.

.

.

.

dinsdag 25 augustus 2015

Dagboek deel 095 De Liefde


Woensdag, 10-02-2010

Tsja, wat zal ik zeggen? Ik schrijf momenteel niet echt elke dag meer.
Dat heeft voor het overgrote deel te maken met het feit dat ik te pas en te onpas geen internet had. Vervolgens kon ik alleen schrijven op een klein laptopje, in de woonkamer.
“Nou èn?”, zou je misschien zeggen, maar zo werkt het niet helemaal. Het schrijft ook voor geen meter! Ik heb het nodig om lekker ontspannen achter m’n bureau te kunnen zitten. Mezelf terugtrekkend in ‘m’n eigen wereldje’ van gedachten en gevoelens, omringd door m’n eigen ‘sfeertje’, met een muziekje, kaarsje en een gedegen scherm en toetsenbord voor m’n neus.
Maar gelukkig: alles weer voor elkaar! Thanx to the misses..!! Jawel, waar ik nogal tamelijk ongeduldig en niet al te technisch ben, is mijn vrouw het toonbeeld van geduld, beschikkend over een behoorlijke dosis technisch vernuft!!
We zeggen wel eens: “Tel uw zegeningen.”, maar daar ben ik maar mee gestopt, want er bleef anders weinig tijd over voor andere zaken...

Dan nu iets anders..
Soms bekruipt me een beetje een onbehaaglijk gevoel.
Zie ik de dingen in een overdreven perspectief? Verwacht ik niet teveel van mijn mede-christen?
Vergeet ik af en toe niet dat christenen ook maar gewoon mensen zijn, met alle beperkingen die daar bij horen? Beperkingen zoals onverdraagzaamheid, arrogantie, betweterigheid, of wat dies meer zij..
Regelmatig kom ik het tegen. In m’n eigen gemeente, op internet, in boeken of gewoon op straat en ja: zelfs af en toe bij mezelf.
De snelheid en stelligheid waarmee christenen vaak oordelen (en dus ver-oordelen) is soms ronduit griezelig te noemen. “Kan ik jouw niet overtuigen van MIJN gelijk en dus JOUW ongelijk? Dan ben je bijvoorbaat verloren, want IK ben een christen, of ik heb meer ervaring cq bijbelkennis en dús ben JIJ fout!”

Zomaar even twee stukjes uit de bijbel:
-1 De liefde (1 Korintiers 13:1-13)
“1 Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal. 2 Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. 3 Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten.
4 De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. 5 Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, 6 ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. 7 Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.
8 De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – 9 want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. 10 Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen. 11 Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter me gelaten. 12 Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. 13 Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.”

-2 De vrucht van de Geest (Galaten 5:22-26)
“22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, 23 zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft. 24 Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn eigen natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen. 25 Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst. 26 Laten we elkaar niet uit eigenwaan de voet dwarszetten en elkaar geen kwaad hart toedragen.

Waarom deze twee stukjes?
Wel, met de regelmaat van de klok volg ik bepaalde stukjes van een goede vriend en daar wordt dan af en toe op gereageerd door een andere vaste lezer. Deze reacties liepen uit op discussies waar maar geen eind aan leek te komen en dus ging men verder via e-mail. Dat is wat meer prive en ‘verstoort’ de weblog dan dus niet. Tot mijn vriend besloot dat verder discusieren geen zin had, omdat de één de ander niet kan begrijpen/invoelen en men daardoor eigenlijk steeds mijlenver langs elkaar heenpraat, hetgeen ontaardt in wederzijds onbegrip en onbehagen.
Op een zeker moment vroeg mijn vriend daarom die vaste lezer via die mail-conversaties om niet meer te reageren op zijn stukjes en de discussies te laten voor wat ze waren.
Dat kan.
Sterker nog: soms is het beter om in goede verstandhouding iets te beëindigen, dan maar gewoon door te gaan met ruzie of wrok als resultaat.
Maar wat schetst mijn verbazing?
Inplaats van dat de vaste lezer in diezelfde mail reageert op een volwassen/christelijke wijze en toon, laat hij een openbare reactie op die mail achter op het bewuste blog. Niet geadresseerd aan mijn vriend, maar aan de evt. andere lezers van diens weblog.

Dit was die “reactie”:
“Ik ga afscheid nemen van dit blog. Niet dat ik niet meer mee lees maar er is mij gevraagd niet meer te reageren, dat is namelijk niet goed voor zijn gezondheid.
DQ wil geen andere mening dan de zijne geventileerd zien op dit stukje www. en ik heb daar respect voor te tonen.
Een goede raad voor allen die hier willen reageren: wees vooral vriendelijk en meegaand. Wees begrijpend en warm. Ga niet tegen de mening van DQ in. Verwacht geen inhoudelijke tegenargumenten van DQ en dan gaat alles goed komen.
Vrijheid van meningsuiting wordt hier onder het mom van gevoelens de nek omgedraaid”
....
Ik las het en heb een poosje het geschrevene op me in laten werken. Was dít de manier waarop een kind van de Heer reageert? Dat kán toch niet? Temeer, omdat ik van mijn vriend na ruim 32 jaar met een gerust geweten kan zeggen, dat hij zó heel zeker niet in elkaar zit. Bovendien heeft de reageerder dat in alle discussies zelf ook mogen ervaren.
Dus: vanwaar deze ronduit rancuneuze en vijandige tekst en toon? Dat pást toch niet? Bij niemand, maar zeker niet bij een christen!
Men zegt wel eens: “Niets menselijks is ons vreemd.” Ik zeg dat zelf ook wel eens maar soms vraag ik me af of dat een constatering is, of een excuus...
Als het een constatering is, is het tegelijk een les om beter ons best te doen, maar als het een excuus wordt...
...wat blijft er dan nog over van 1 Korintiers 13, de liefde..??!
...en waar blijven dan die mooie vruchten, waar Galaten 5 over spreekt..?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten