.

.

.

.

dinsdag 25 augustus 2015

Dagboek deel 065 Schuld


zaterdag, 19-07-2008

‘t Is nat buiten. Als ik niet beter wist, zou ik denken dat het herfst is.
Het waait, het regent en het is behoorlijk fris. Echt zo’n zaterdag om de hele dag niet buiten te komen. Lekker binnen blijven, koppie thee erbij en de boel de boel laten.

Ik zit hier met een muziekje gewoon de dingen van de laatste dagen aan me voorbij te laten gaan. Echt lekker zat ik niet in m’n vel. Dat kun je soms zo even hebben. Allerlei dingen spelen door mijn hoofd. Ik mis de huiskring van de gemeente. Ze hebben besloten om een ‘zomerstop’ te houden, waar andere kringen van de gemeente gewoon doorgaan. In het idee dat je als gemeente ook niet stopt met de diensten, omdat het toevallig zomer is.
Misschien moet ik maar even een poosje naar een andere ‘celgroep’, die gewoon doorgaat.
Afgelopen zondag èn de zondag daarvoor ben ik ook niet naar de dienst geweest en ik kan merken dat ik in die drie weken de kerk inmiddels behoorlijk mis. Ik mis het zingen, het samenzijn, de mensen,..eigenlijk alles. Gelukkig is het morgen zondag en kan ik (eindelijk) weer naar de dienst.

Vreemd genoeg heeft mijn gebedsleven ook enigszins te lijden gehad onder de situatie. Zonder ook echt iets zinnigs te doen te hebben, was ik toch te druk met allerlei zin- en onzin. Zozeer dat ik wel dácht: “..ik moet zo nog wel even met de Heer praten..”, maar dat de volgende minuut alweer vergeten was. Daar voelde ik me dan weer schuldig door. Ik sprak wel met de Here God, maar ‘zo tussen de bedrijven door’. Ik ging er niet echt voor zitten, zoals ik dat normaal echt minimaal drie keer per dag doe. Stom eigenlijk, hè? Ik weet, dat het me goed doet en dat ik er alle tijd voor heb en toch..kwam het er niet van. Vreemd...

Vanmorgen om half zeven was ik al wakker. Om zeven uur zat ik met een kop koffie achter de toetsen. Terwijl ik op zoek was naar allerlei mooie foto’s, bekroop mij weer dat schuldgevoel. Ik stopte het weg onder het maken van een nieuw filmpje over Twente. In feite was ik bezig met niets anders dan te vluchten voor wat me echt bezighield: de Here Jezus.

In de rust en stilte van m’n hart wil ik nu tot mijn Heer naderen. Ik aanbid mijn Here Jezus en het moment is gekomen om opnieuw te knielen voor Hem. Ik weet niet wat mij bezielde. Het is niet goed, om altijd alle negatieviteiten te wijten aan de duivel. Zoals Jacobus al zei, komt alle verleiding uit onszelf voort. Zo ook in dit geval. Het zijn de verleidingen binnenin mij, die mij weghielden van de Here God. Mijn eigen gedachten en gevoelens. Het is alleen de duivel, die die dingen gebruikt en voedt. Zodanig dat er zelfs een zekere strijd in me opkwam. En ja, dát is het kwaad, maar vergis je niet: ik kies er zelf voor om er al dan niet aan toe te geven. Dat is de vrijheid, die wij allemaal als kinderen van de Here Jezus hebben, vrijheid van keuze.

Dat is de hernieuwde ontdekking. Wat in feite vrijheid is, zag ik langzaamaan als een plichtpleging. Waar bid ik voor? Eigenlijk bidden we heel vaak voor dezelfde dingen. En meestal in een vast patroon. Zonder het in de gaten te hebben, wordt het een soort routine. Natuurlijk menen we elk woord, maar het zijn altijd dezelfde woorden. “Heer, wilt U die- en die helpen...”,  “Geeft U kracht aan hen die het nu zo moeilijk hebben...”, “Wilt U bij haar zijn en haar troosten..”, en zo zou ik nog een poosje door kunnen gaan. Meestal gaat het om dezelfde personen of situaties en zonder er erg in te hebben, wordt het een soort routine. In prijzing en aanbidding, in vraag, eigenlijk in alles gebruiken we dezelfde woorden keer op keer.
“Ja, sorry hoor, daar heb ik nu geen tijd voor. De Heer weet inmiddels wel wat ik vraag en wat ik te vertellen heb. Moet ik het dan telkens opnieuw vragen?”
Ja! Dat is een opdracht! Een opdracht die ons gegeven is in één van de brieven van Paulus, nl. die aan de gemeente van Efeze:
“Laat u bij het bidden leiden door de Geest, iedere keer dat u bidt; blijf waakzaam en bid voortdurend voor alle heiligen.” (Efeze 6:18)
En dus: met hernieuwde moed en een frisse geest in nederigheid knielen voor de Allerhoogste is inderdaad een plicht. Dat voelde ik wel goed. Maar het is geen bezwarende plicht. Integendeel: het is juist die vrijheid, die maakt dat wij het gebed mogen zien als een plicht die wij onszèlf stellen. En juist in vrijheid mogen kiezen, is een vrijheid die heel veel mensen niet hebben.
Bijvoorbeeld al die mensen die in streng communistische of Islamitische landen leven. Die kunnen niet openlijk kiezen voor het gebed, zonder het gevaar te lopen om opgepakt en gemarteld te worden. Wij bidden voor hen. Ook ik, maar wat doe ik er vervolgens mee? Ik ga het zien als een ‘routine’ en ga het ‘saai’ vinden. Schaamteloos..!

Kijk, lieve lezer, dáár zit mijn schuldgevoel...
Ik verdien het om eens een poosje vast te zitten in één van die landen. Dan zou ik wel anders piepen! Wat nou plicht?? Wat nou saai?? Wat nou ‘elke dag hetzelfde liedje’??

Geloof mij, lieve lezer, hoedt je voor de eentonigheid. Bid zoals je praat, gebruik geen dure woorden. Probeer niet om de dingen mooier of ‘devoter’ te zeggen. God verstaat èlk gebed!
Ik kan alleen Paulus napraten: Bid voortdurend en laat je bij het bidden leiden door de Geest!
Sta niet toe dat je gebed verwordt tot iets, dat je ‘nog gauw even doet’, voordat je met andere ‘belangrijke’ dingen beziggaat.

Je kunt nooit te druk zijn om met de Here Jezus te praten.
En wat die verleidingen betreft, die dat tegenspreken? Geef ze geen kans! Laat nooit iets tussen jou en de Heer komen. Alles, wat je bij de Here God weghoudt, is fout. Laat datgene los en bid dat Hij je de wijsheid geeft om de verleidingen te zien en de kracht om er tegen te vechten!

Prijs de Here God om Zijn grote Wijsheid en oneindige Liefde!

Sebo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten